Oleanders en olijven

In augustus denk ik altijd graag terug aan onze lange zomers op het Portugese platteland! De oude boerderij die we in 1987 voor een habbekrats kochten, inclusief eigen dal met olijf- en sinaasappelbomen. Verse citroenen plukken naast de keukendeur, gespetter en vrolijke kinderstemmen vanuit een bescheiden zwembadje bij de bougainville en een tuin vol oleander, agapanthus en hibiscus. En natuurlijk de lange avonden in de buitenlucht, met eten, drinken en altijd wel familie of vrienden die graag langskwamen.

Adios

Te mooi bijna om waar te zijn. Maar het wás waar. We hebben er een geweldige tijd gehad en prachtige herinneringen gemaakt. In 2001 kozen we er om diverse redenen voor om terug naar Nederland te gaan en streken in augustus van datzelfde jaar neer in de Achterhoek, omdat – na vijftien jaar dorpsleven – de Randstad ons niet meer trok. En ondanks het emotionele afscheid van die heerlijke plek in dat kleine dorp in de Ribatejo, voelden ook hier de zomers goed!

Afscheid

‘Afscheid nemen is met zachte vingers wat voorbij is dichtdoen en verpakken in de goede gedachten der herinnering’, schreef Dietrich Bonhoeffer ooit. Een zin die mij altijd weer opnieuw raakt. Makkelijker als het om een emotioneel, maar liefdevol afscheid gaat, zoals ons vertrek uit Portugal, moeilijker als het ongewild en vol verdriet is.

De  smaak van afscheid. Soms zoet, soms bitter. Zoveel onvermijdelijk afscheid in mijn leven, maar gelukkig ook zoveel mooie herinneringen. Dat het ondanks alles toch gelukt is om met een bepaalde mildheid terug te kijken op al die kleine en grotere, mooie of verdrietige momenten, daar kan ik dan op een bepaalde manier ook weer dankbaar voor zijn.

Puzzelstukjes

Ontmoeten en afscheid nemen. Niemand ontkomt eraan. Of het nu om mensen, gewoontes, overtuigingen, plaatsen, voorwerpen, landen, huizen, gevoelens of ideeën gaat. Allemaal stukjes van jezelf, die samen die ingewikkelde legpuzzel van het leven vormen.

Sommige passen, andere niet. Maar bewaren doe je ze allemaal.

Afscheid

In de reiskoffer van ons leven
lig jij lief huis

weer wit geverfd je oude muren
als een fonkelnieuwe jas

de oude afgedragen
met in de voering resten nog
van duizend kindervragen

gescheurde zakken vol gedachten
die we ontroerd bewaren

voorzichtig vouwen we je op
en doen de koffer dicht

we gaan op weg

een heimwee vol verlangen
blijft als een echo hangen
in ons dal

we lopen door

de koffer, erg zwaar
is haast niet te dragen
enkel met elkaar.